Puppy's

veelgestelde-vragen-puppys-a.jpg

Bij pups kan al vanaf de leeftijd van 6 weken worden getiterd. Er dient minimaal 3 weken te zitten tussen een vaccinatie en een titerbepaling. Dus eigenlijk kan men op ieder moment laten titeren zodat je in ieder geval weet of je dier wel of niet optimaal beschermd is.

 

 

Dit zijn de tijdelijke beschermende antilichamen die pups net na de geboorte met de biest van de moeder meekrijgen. Maar heel belangrijk: de moeder moet deze natuurlijk wel hebben. Want wat ze niet heeft, kan ze ook niet doorgeven. Deze maternale antilichamen verdwijnen weer maar zolang ze nog aanwezig zijn, is de kans zeer klein dat een vaccinatie aan zal slaan. Door een titerbepaling uit te laten voeren kan hét juiste vaccinatiemoment bepaald worden en in veel gevallen is 1 vaccinatie die op dat moment wordt uitgevoerd (in plaats van de standaard vaccinaties op 6, 9 en 12 weken) al voldoende om je hond voor een hele lange periode (soms levenslang) te beschermen. 

 

Allereerst dient moederhond wel over antilichamen te beschikken. Wat ze niet heeft, kan ze ook niet doorgeven. Daarom adviseren wij altijd om de aanstaande moeder ruim voor de dekking te laten titeren zodat er tijd genoeg is om haar eventueel nog te vaccineren. Als de puppy's vervolgens gedurende de eerste 12 uur van hun leven biest hebben gedronken, is de kans groot dat ze tijdelijk beschermd zijn door de maternale antilichamen die ze met diezelfde biest mee hebben gekregen. We kunnen nooit met zekerheid vaststellen hoe lang deze tijdelijke antilichamen die langzaam verdwijnen, bescherming bieden. De ene pup is al op 7 weken leeftijd niet meer maternaal beschermd terwijl de andere pup op 20 weken nog steeds beschermd kan zijn.
Indien een pup van 7 weken oud niet meer beschermd is, heb je het "voordeel" dat (afhankelijk van de registratie van het merk) de dierenarts al meteen de cocktailvaccinatie (DHP) kan toedienen. Na 3 tot 4 weken volgt er dan een controletiter en is de kans aanwezig dat de pup al meteen goed en waarschijnlijk voor een hele lange periode, beschermd is.
Bij de pup van 20 weken ligt dit anders. Indien deze volgens het reguliere vaccinatie schema zou zijn gevaccineerd en vervolgens pas op de leeftijd van 1 jaar, had de kans bestaan dat de maternale antilichamen het vaccin onschadelijk zouden hebben gemaakt. In dit geval had de pup dus vanaf de laatste vaccinatie tot de leeftijd van 1 jaar, (deels) onbeschermd rondgelopen. 

 

 

Het zou vreemd zijn als een getiterde pup, die nog beschermd is door maternale antilichamen, niet zou worden toegelaten op een puppycursus. Pups hebben altijd, dus ook wanneer ze worden gevaccineerd, een onbeschermde periode. We noemen dit het immunity gap of immuniteitsgat. Door te titeren kan de dierenarts min of meer zien wanneer dit het geval is. Door volgens het reguliere schema te vaccineren, weet je dat niet. Bij puppy's die in deze onbeschermde periode worden gevaccineerd, is de kans groot dat de vaccinatie meteen aanslaat en bescherming biedt. Bij een pup die op basis van een titerbepaling wordt gevaccineerd, wordt er dus gewacht op hét juiste vaccinatiemoment. Hierdoor is er vaak maar 1 vaccinatie i.p.v. 3 vaccinaties nodig om de pup optimaal te beschermen. Bij pups die standaard gevaccineerd zijn, is het dringende advies om ca. 3-4 weken na de laatste vaccinatie (welke afhankelijk van het gebruikte vaccinatieschema op 12 of 16 weken wordt gegeven) een TiterTest uit te laten voeren zodat er zekerheid is dat de vaccinaties zijn aangeslagen en bescherming bieden. De grootste groep onbeschermde honden zijn de jonge honden in de leeftijd tot ca. 15 maanden!

 

Zoals bij zoveel zaken zijn er meerdere wegen die naar naar Rome leiden. Het doel is om ervoor te zorgen dat een dier optimaal beschermd wordt. Dat kan via regulier vaccineren (op 6, 9 en 12 weken of volgens de laatste richtlijnen van de WSAVA op 8, 12 en 16 weken) en dan is het hopen dat deze vaccinaties ook aanslaan en bescherming bieden. Wanneer het dier nog over maternale antilichamen beschikt (de tijdelijke bescherming die ze van de moeder mee hebben gekregen) is de kans groot dat vaccinaties niet aanslaan. Mocht je er als hondeneigenaar echter voor kiezen om je pup toch regulier te laten vaccineren, dan adviseren wij met klem om 3 tot 4 weken later de pup met de RapidSTATUS™ TiterTest™ te laten controleren of de vaccinaties zijn aangeslagen. Pas dan weet je zeker dat je jonge hond beschermd is.
Een andere methode is om door middel van een titerbepaling het juiste vaccinatiemoment van je pup te laten bepalen. Indien dan blijkt dat alle maternale antilichamen verdwenen zijn, kan er gevaccineerd worden. De kans is dan groot dat je pup slechts 1 vaccinatie nodig heeft en voor een lange periode (misschien wel levenslang) beschermd zal zijn. Zie meer bij ‘Puppy's’.
 
Of je dierenarts nu een naald gebruikt om wat bloed te verzamelen of een naald gebruikt om een vaccin toe te dienen: een naald moet er sowieso worden gebruikt! Er zijn maar een paar druppeltjes bloed nodig die keurig worden opgevangen in een speciaal buisje. In dit buisje wordt het bloed onstolbaar gemaakt zodat de test goed kan functioneren.
Dat kleine beetje bloed kan je pup echt wel missen. Zelfs als je maar een kleine pup bent zoals deze dappere teckel!!
 

 

Als je weet dat (puppy) vaccinaties niet altijd aanslaan dan is dit een soort van Russisch roulette spelen. Dat je hond hartstikke gezond is, is super maar je zult maar net de pech hebben dat jouw hond in aanraking komt met distemper (hondenziekte), infectieuze hepatitis (besmettelijke leverontsteking) of parvo. Dat is nu juist wat je niet wilt en waartegen je jouw hond wil beschermen. Niet vaccineren is prima maar pas wanneer je na een positieve uitslag van de RapidStatus™ TiterTest™ zeker weet dat de bescherming optimaal is!

 

Een immunity gap, of immuniteitsgat is de periode dat een pup onbeschermd rondloopt doordat de maternale antilichamen die de pup via de biest (eerste dikke melk die boordevol antilichamen zit) van de moederhond gekregen heeft, verdwenen zijn.
Indien je pup tijdens deze periode wordt gevaccineerd, is de kans groot dat een vaccinatie aanslaat en bescherming biedt.
Door te titeren kan je dierenarts dit immunity gap 'opzoeken' en zo gericht mogelijk vaccineren. Dankzij deze methode is de kans is groot dat je pup door 1 vaccinatie voor een lange periode beschermd wordt. Een ander voordeel is, dat als je weet dat je pup in deze onbeschermde fase zit, je hier rekening mee kunt houden bij het uitlaten of spelen met andere honden waarvan de beschermingsstatus onbekend is.

 

Puppy's en volwassen honden, worden gevaccineerd volgens speciaal hiervoor ontwikkelde vaccinatieschema's.
Op dit moment zijn er 2 verschillende vaccinatieschema's in gebruik. Het oude schema en het nieuwe schema dat de WSAVA eind 2015 heeft geïntroduceerd.
 
Oude vaccinatieschema:
  • 6 weken:  puppy enting (distemper + parvo)
  • 9 weken:  parvo 
  • 12 weken: cocktail enting: distemper, infectieuze hepatitis + parvo
  • Op 1 jaar:  cocktail enting (DHP)
  • Vervolg: afhankelijk van producent van het vaccin elke drie jaar cocktail (DHP)
Nieuwe vaccinatieschema WSAVA:
  • 6-9 weken: eerste vaccinatie. Hoe later er wordt begonnen met vaccineren, hoe groter de op een succesvolle vaccinatie.
  • 3 tot 4 weken later: tweede vaccinatie.
  • Vanaf 16 weken: laatste vaccinatie!
  • 20 weken: titerbepaling.
  • Uitslag titerbepaling positief: na 3 jaar opnieuw een titerbepaling.
  • Uitslag titerbepaling negatief: vaccineren en 3 weken later opnieuw titeren. Indien negatief: ander merk vaccin toedienen en na 3 weken opnieuw titeren.
  • Indien er niet getiterd wordt: vaccinatie op 26 weken. De vaccinatie die normaal gesproken op de leeftijd van 1 jaar wordt gegeven is dan niet meer nodig. Daarna 3-jaarlijks titeren of vaccineren.
Het nieuwe vaccinatieschema van de WSAVA, houdt rekening met het feit dat maternale immuniteit langer kan aanhouden dan de 12 weken waarvan men voorheen uitging. Ook wordt er in dit nieuwe schema veel aandacht geschonken aan de titerbepaling. Het doel van vaccineren is om je hond immuniteit te geven die hem beschermd tegen besmettelijke en dodelijke ziekten. De kans op een goede en langdurige bescherming is bij het nieuwe schema groter dan bij het oude schema. Bij het oude schema is de kans groot dat je hond vanaf de leeftijd van 12 weken tot de leeftijd van 1 jaar, onbeschermd rondloopt tegen een van de ziekten waartegen hij is gevaccineerd. Met name voor parvo is dit een risico omdat deze ziekte regelmatig opduikt.
 

Vaccinatieschema Boehringer Ingelheim. Titeren wordt hier niet genoemd, maar de WSAVA adviseert om op de leeftijd van 20 weken een titerbepaling te laten uitvoeren.